Peinzend draait hij zijn glas jus d’orange rond in zijn handen. ,,Eerlijk gezegd heb ik nooit zo nagedacht over wat Fries zijn voor mij betekent. Het hoort gewoon bij mijn leven, bij wie ik ben. Mijn roots liggen in Peru, waar ik ben geboren, maar hier ben ik opgegroeid. Mijn Friese ouders adopteerden me toen ik vier maanden was. Zij zijn mijn thuis, net als deze provincie, waar mijn hele leven zich afspeelt. In Wergea had ik een heerlijke jeugd, met een grote vriendengroep. We speelden buiten, zochten eieren in het veld en ik voetbalde, schaatste en kaatste. Hoe Fries wil je het hebben?’’
,,Vooral het kaatsen heeft me veel gebracht. Misschien viel ik op door mijn kleur, maar vooral door mijn temperament’’, lacht de tweevoudig PC-winnaar. ,,Ik wil graag winnen en kan slecht tegen onrecht, waardoor ik soms fel kan reageren. Dat temperament komt vast door mijn Zuid-Amerikaanse roots, want bij mijn Friese ouders zie ik dat niet terug. Van hen kreeg ik wel gastvrijheid en gevoel voor saamhorigheid mee. En mijn moedertaal: het Fries. Als mensen mij niet kennen, beginnen ze meestal in het Nederlands. Als ik dan in het Fries reageer, zeggen ze: ,,Oh, do praatst Frysk’’ en dan schakelen we over zonder het er verder over te hebben.’’