Pompeblêdenkwestie schreeuwt om luid protest

Nieuws
Opinie

De koffie van de Friese Commissaris van de Koning was nog niet koud, of de Fryske nasjonale trots kreeg opnieuw weer een forse knauw. Op maandag 31 maart bezocht Arno Brok Den Haag, om daar te praten over de noordelijke regio, de Lelylijn en andere belangrijke Friese zaken.

Een foto van Collega Harry Prins die de Leeuwarder Courant vast heeft. Hij bevindt zich op het kantoor van Tûmba en zit op een blauwe stoel voor een houten kast.

Drie dagen later moest een delegatie van 40 FNP-ers in de residentie voor aanvang van een werkbezoek aan NSC-er Aart Jelle Soepboer hun pompeblêdspeldje, Friese bretels of de FNP-partijjas afgeven (LC, 4 april). De beveiliging van de Tweede Kamer staat geen ‘politieke uitingen op kleding van bezoekers’ toe.  

In dezelfde week waarin het Openbaar Ministerie beoordeelde dat het verbranden van een Israëlische vlag valt onder de vrijheid van meningsuiting, is een delegatie uit Fryslân de toegang geweigerd tot het gebouw van de Tweede Kamer vanwege symbolen van politieke uiting.  

Friese identiteit aan de kant gezet

Met het oog op de lintjeskwestie (minister Faber) mogen we de vraag stellen of mensen met een koninklijke onderscheiding op de revers nog wel het parlementsgebouw mogen betreden? Een meer politiek beladen symbool als een koninklijke onderscheiding is op dit moment nauwelijks denkbaar. 

Met dezelfde bizarre logica dat zwangerschap nog steeds als ‘ziekte’ wordt geregistreerd, ziet de Tweede Kamer-beveiliging het Friese nationale symbool als een politieke uiting. Alsof het ‘Frysk eigene’ bepaalt word door politieke kleur of ideologie. In één gebaar werd op een middag in Den Haag een hele cultuur, taal, traditie én identiteit van de kaart geveegd. Nog even en het Frysk wordt uit de Grondwet geschrapt, want ‘uiting van politiek’. Het zou interessant zijn om te horen hoe men bijvoorbeeld in Baskenland, Wales of op Corsica aankijkt tegen de handelswijze van de beveiliging van de Tweede Kamer. Met een schuine blik naar Brussel, waar men ongetwijfeld ook wel wat zal vinden van dit gebeuren op 3 april.

Het pompeblêd kent immers een lange geschiedenis. De Friese vlag bevat zeven van deze symbolen, die terug te voeren zijn op een traditie in de Middeleeuwen. Toen wilde men onze provincie rekenen tot een van de klassieke zeventien christelijke koninkrijken, om de titel ‘Le Roy frison’ te kunnen voeren. In oude Franse wapenboeken staan afbeeldingen van het Friese wapen die al sterk op de huidige vlag lijken.  

Het zou goed zijn dat Gedeputeerde en Provinciale Staten van onze provincie, maar ook Friese Kamerleden, een luid protest laten horen over de gang van zaken. In een tijd waarin identiteit zo belangrijk wordt gevonden en benadrukt wordt, zet men de Friese identiteit grofweg aan de kant en beledigt daarmee een complete bevolkingsgroep van het land.  

Je zou wensen dat Domela en Troelstra nog leefden. Zij zouden, ongetwijfeld met steun van de Commissaris van de Koning, de beveiliging van de Tweede Kamer fijntjes laten weten dat hun verbod ‘folslein healwiis’ is.