Trots op waar ik vandaan kom

Theatertalent Oane Marten van der Veen

Inspiratie

Door Habtamu de Hoop ontdekte Johan Derksen dat Friezen een divers volk zijn. Voor kenniscentrum Tûmba aanleiding om met provinciegenoten in gesprek te gaan over hun Friese identiteit. Deze week vertelt theatertalent Oane Marten van der Veen (18) zijn verhaal.

 

Oane Marten van der Veen poseert in de Sluisfabriek in Drachten

Net nu hij helemaal zijn draai heeft gevonden in Friesland, is hij aangenomen bij de toneelschool in Amsterdam. ,,Toch kom ik weer terug’’, zegt Oane Marten, die nu nog bij zijn ouders in Drachten woont. ,,Als puber wilde ik vooral weg uit deze provincie, maar de laatste jaren heb ik ontdekt hoeveel moois er hier gebeurt. En er is een zoektocht gaande naar ‘het nieuwe Fries’, door verder te kijken dan de tradities waar we om bekend staan. Er zijn zoveel méér verhalen en daar ben ik nieuwsgierig naar. Die wil ik vertellen via het theater.’’

,,Dat ik me een periode flink afzette tegen Friesland, kwam vooral omdat ik mezelf niet aangetrokken voelde tot wat ik vroeger zag als typisch Friese cultuur. Ja, ik ben Friestalig opgegroeid in Eastermar, maar ik weet niks van kaatsen of fierljeppen, ben nooit bij de Sneekweek geweest en ging niet naar dorpsfeesten of Friese muziekbands. Bovendien krijg ik de kriebels van vragen als ‘fan wa bisto ien’. Soms maken mensen opmerkingen over mijn krullenbos en bruine ogen, omdat ze die exotisch vinden. Of Friestaligen spreken Nederlands tegen mij, terwijl ik gewoon een Fries ben. Dan baal ik er weleens van dat ik dat moet uitleggen.’’ 

Oane Marten van der Veen poseert in de Sluisfabriek in Drachten

"Ik voel me nu trots op waar ik vandaan kom, terwijl ik vroeger dacht dat je alleen in de Randstad iets voorstelde."

Wees nieuwsgierig

,,Door de reacties op mijn uiterlijk besef ik hoe belangrijk het is om elkaar vragen te stellen’’, vertelt Oane Marten. ,,Wees nieuwsgierig en ga open in gesprek. Iedereen heeft een verhaal, daarom maakte ik voor Arcadia een Ode aan de Mens. Door mijn theaterwerk ben ik Friezen en de Friese taal veel interessanter gaan vinden. Ook mijn eigen Fries-zijn. Ik voel me nu trots op waar ik vandaan kom, terwijl ik vroeger dacht dat je alleen in de Randstad iets voorstelde. Straks ga ik wel in Amsterdam studeren, maar ik blijf betrokken bij de ontwikkelingen in Friesland. Er is een echtheid hier die me raakt. Al is het best een kunst om die tevoorschijn te krijgen.’’ 

Hij doelt op de afstandelijkheid die hij soms ervaart in de Friese nuchterheid. ,,Die cultuur van ‘daar praten we niet over’. Bij mezelf herken ik het ook, in gedachten als: ach, het is zoals het is. Maar dat gematigde komt veel meer in beweging, merk ik in mijn omgeving. Als cultuurmakers kunnen we daar ook aan bijdragen. Eerst zag ik vooral wat er allemaal níet was in deze provincie, nu vind ik het juist leuk om te werken met wat er wél is. Dat leerde ik van Trea Westra, aanjager achter de Sluisfabriek hier in Drachten. Zo ontdek ik steeds meer moois van Friesland en openen zich mogelijkheden. Als je het maar wilt zien én er iets mee doet.’’